Het zichtbare verleden op 1,80 tot ongeveer 4,50 meter hoogte

Op de gevel van San Niccolò in Oltrarno - een van de oudste kerken (ca. 1050) van Florenze - is links op de gevel een merkteken te zien die aangeeft hoe hoog het water na de overstroming van 1557 en 1966 stond. 1966 was de jongste aflevering in een geschiedenis van overstromingen van de Arno in Florence. De schade werd toen nog groter door verwarmingsolie, onlangs geleverd voor de winter en uit de kelders gespoeld door het water. De kracht van de stroom was zo groot dat vijf bronzen panelen van het Baptisterium werden gerukt en anderhalf kilometer verderop werden neergesmeten. Veel mensen werden gedood en ontelbare kunstwerken onherstelbaar beschadigd. Het 4.48 meter hoge ''Crucifix'' uit de 13e eeuw van Cimabue bijvoorbeeld in het Santa Croce museum is door de overstroming van 1966 voor 70% onherstelbaar beschadigd. Het water stond Christus letterlijk tot aan de lippen. Op de hoek van de Piazza Santa Croce en de Via dei Benci is een gedenkplaatje aangebracht. Het water stond daar in 1966 4,30 meter hoog. Op de achterzijde van de Mannelli-toren bij de Ponte Vecchio is ook een gedenkplaat aangebracht die aangeeft dat het water er bij de overstroming 1,80 meter hoog stond. Ook op de kerk- en kloostermuren van de Ognissanti zijn plaquettes aangebracht.

San Niccolò Oltrarno  (foto wikipedia)


Merkteken San Niccolò Oltrarno (foto: Henk Woudsma)
 
Via San Remigio, 3 platen van twee overstromingen (1333 en bovenaan 1966),
duidelijk is op de ene plaat uit de 14e eeuw een kruis te zien, op de andere
een inscriptie met in de golfjes van de Arno een hand die het waterpeil van
vrijdag 5 november 1333 aanwijst

Piazza Santa Croce plaat overstroming 1557 en 1966
(op hoekhuis met de Via Giuseppe)