Resurrezione di Lazarro, Museo dell'Opera di Santa Croce
(foto wikipedia)
Algemeen beschouwt men de jaren tussen 1400 en 1430 als een periode van belangrijke veranderingen in de Florentijnse schilderkunst. Meteen na de eeuwwisseling maakten de schilders kennis met de
Internationale Gotiek: de elegante, rijkgedecoreerde stijl die vanaf ca. 1375 in veel artistieke centra van Europa smaakbepalend werd. Deze stijl werd, zo is de gedachte, geintroduceerd door Starnina, die tussen 1401 en 1404 terugkeerde uit Spanje, waar de stijl al overheerste (bron: Schilderkunst in Florence tussen 1400 en 1430, Anneke de Vries 2004). Volgens kunstenaar-biograaf Giorgio Vasari was
Gherardo Starnina een van de beroemdste en beste kunstenaars van Florence. Na zijn terugkeer in Florence leverde Starnina met zijn calligrafische, elegante lijnvoering en zijn delicate expressivitiet een belangrijke nieuwe impuls aan de Florentijnse schilderkunst. Deze werd tot dan toe gedomineerd door een verstarde vorm van schilderen in de trant van Giotto. Al vanaf 1420 verlegden deze door Starnina beïnvloede schilders hun aandacht naar de Renaissance, opnieuw door het optreden van een krachtige kunstenaarspersoonlijkheid, de schilder Masaccio.
Naast Santa Croce (Storie di Sant'Antonio Abate, cappella Castellani) zijn ook restanten van fresco's te zien in de Santa Maria del Carmine (le Storie dela vita di San Girolamo, frammenti dalla cappella Del Pugliese, 1401-1404). Naar aanleiding van een paneel (musicerende engelen, ca. 1408) van Starnina dat zich bevindt in het Museum Boijmans-van Beuningen recontrueert Henk van Os een altaar uit de Dom van Florence. Klik op:
Beeldenstorm 1997.