Gracieuze en elegante werken van Da Settignano

Desiderio da Settignano. Detail tabernakel. San Lorenzo, marmerrelief (1460-62)

In de San Lorenzo bevindt zich een altaartabernakel van het Heilig Sacrament van Desiderio da Settignano. Een tabernakel dat model heeft gestaan voor talloze renaissance-tabernakels binnen en buiten Italie. Da Settignano werd vooral geprezen, omdat hij het uiterste aan ''gratia'' bezit. Met name de schilderijen van Filippo Lippi  kunnen met vrucht naast de werken van Da Settignano worden geplaatst. Beide kunstenaars  produceerden verfijnde en elegante Madonna's met lieflijke gezichten. ''Gratiose'' in beide betekenissen: gracieus en elegant.

Luce intellettual, piena d'amore

De Medici's bezaten een ongelooflijk optimisme; zij geloofden dat intellect verenigd met schoonheid, de wereld kon verbeteren. Dante's opmerking: ''Luce intellettual, piena d'amore'' (het licht van de geest dat met liefde onthult, verheldert en verwarmt) is een uitstekende beschrijving van hun, nieuwe, lucide stijl. Drie generaties lang bevonden beeldhouwers, architecten en schilders zich in gezelschap van dichters en filosofen. Ideeën waren niet zo gemakkelijk visueel weer te geven en men maakte ze wat minder vaag door ze te personifiëren. In de Renaissance drukten ze de basisideeën van hun filosofie uit door middel van figuren uit de klassieke mythen en legenden. Er werden schilderijen van Venus en Lente gemaakt, louter voor de morele en intellectuele vorming van een Medici-telg. Hiernaast ziet u een portret van Marsilio Ficino. Het is een detail uit ''De engel verschijnt aan Zacharias'' van Ghirlandiao gemaakt in Cappella Tornabuoni, Santa Maria Novella uit 1486-90. De humanist Ficino schreef aan Lorenzo di Pierfrancesco de' Medici, een neef van Lorenzo il Magnifico, dat hij altijd zijn blik op Venus moet houden, dat is op ''Humanitas'', menselijkheid, een deugd die vele deugden omvat. Bekend is verder dat Ficino van oordeel was dat niets zo goed in staat is een jeugdige ziel in liefde voor de deugd te ontsteken als een zichtbare verbeelding van de schoonheid.

Florence als een stad van de geest. De geest van mensen en werken die zij tot stand brachten.

Klik voor meer informatie op: ''hoe abstracties te verbeelden''.

Gherardo Starnina

Resurrezione di Lazarro, Museo dell'Opera di Santa Croce
(foto wikipedia)

Algemeen beschouwt men de jaren tussen 1400 en 1430 als een periode van belangrijke veranderingen in de Florentijnse schilderkunst. Meteen na de eeuwwisseling maakten de schilders kennis met de Internationale Gotiek: de elegante, rijkgedecoreerde stijl die vanaf ca. 1375 in veel artistieke centra van Europa smaakbepalend werd. Deze stijl werd, zo is de gedachte, geintroduceerd door Starnina, die tussen 1401 en 1404 terugkeerde uit Spanje, waar de stijl al overheerste (bron: Schilderkunst in Florence tussen 1400 en 1430, Anneke de Vries 2004). Volgens kunstenaar-biograaf Giorgio Vasari was Gherardo Starnina een van de beroemdste en beste kunstenaars van Florence. Na zijn terugkeer in Florence leverde Starnina met zijn calligrafische, elegante lijnvoering en zijn delicate expressivitiet een belangrijke nieuwe impuls aan de Florentijnse schilderkunst. Deze werd tot dan toe gedomineerd door een verstarde vorm van schilderen in de trant van Giotto. Al vanaf 1420 verlegden deze door Starnina beïnvloede schilders hun aandacht naar de Renaissance, opnieuw door het optreden van een krachtige kunstenaarspersoonlijkheid, de schilder Masaccio.

Naast Santa Croce (Storie di Sant'Antonio Abate, cappella Castellani) zijn ook restanten van fresco's te zien in de Santa Maria del Carmine (le Storie dela vita di San Girolamo, frammenti dalla cappella Del Pugliese, 1401-1404). Naar aanleiding van een paneel (musicerende engelen, ca. 1408) van Starnina dat zich bevindt in het Museum Boijmans-van Beuningen recontrueert Henk van Os een altaar uit de Dom van Florence. Klik op: Beeldenstorm 1997.

Een koeienkop als daad van wraak



(foto: Henk Woudsma)

Aan de linkerkant van Santa Maria del Fiore is een hoofd van een stier op een sokkel te zien. Tenminste dat lijkt zo. In werkelijkheid is het een koeienkop die daar is neergezet om alle dieren te herdenken die door de eeuwen heen hebben meegewerkt aan de bouw van de kathedraal. Omdat het sterk lijkt op een stierenkop met horens is er een soort legende ontstaan. De kop is daar geplaatst door een van de meester timmerlieden, die werkte aan de bouw van de nieuwe kathedraal. Hij was lange tijd de minnaar van de vrouw van de bakker. Zijn winkel was niet ver van de kerk. De bakker ontdekte de affaire en stapte naar de Kerkelijke Rechtbank om dit overspel te melden. De twee geliefden werden veroordeeld en moesten hun relatie stoppen. De meester-timmerman nam echter wraak en plaatste de kop van het dier tegenover het huis van de bakker. Zo werd elke keer de bakker als hij naar buiten keek herinnerd aan zijn verraad!

Authentiek ten top... de Bartolini-Salimbeni kapel


(foto: Henk Woudsma)

De kerk Santa Trinita heeft maar liefst twintig kapellen, waarvan de Sassetti kapel de meest beroemde is. Niettemin is de Bartolini-Salimbeni kapel in deze kerk een zeldzaam voorbeeld in Florence waarvan de oorspronkelijke decoratie vrijwel geheel behouden is gebleven. De felkleurige fresco's (1420-1424) van gebeurtenissen uit het leven van de maagd Maria en het altaarstuk ''Annunciatie'' (ca. 1420) in de Bartolini-Salimbeni kapel zijn van Lorenzo Monaco. De kapel wordt afgesloten met een kantachtig smeedijzeren hek.

Een paleis met papavers... Palazzo Bartolini-Salimbeni


Rechts in het midden zijn de papavers onder de richel te zien.

Op Piazza di Santa Trinita op de hoek met de via delle Terme, staat het Palazzo Bartolini-Salimbeni. Dit huis, gebouwd tussen 1520 en 1529 is het eerste echte hoge renaissancepaleis in Florence. Baccio d'Agnolo was een van de ontwerpers. Boven de toegangsdeur staat te lezen: ''Carpere promptius quam initari'' (Het is gemakkelijk kritiek te leveren dan het na te doen). Hiermee wilde hij kritiek voorkomen naar aanleiding van de vierkante ramen met frontons, die overigens later veel werd nagevolgd. Volgens Vasari was dit het eerste patriciershuis met zulke ramen. De twee nobele Florentijnse families Bartolini-Salimbeni waren zeer beroemd in Siena en Florence voor hun politieke en commerciële (zijdehandelaren) initiatieven. Maar ook arrogant. Op elke raam is een motto met papavers van de familie Salimbeni aangebracht: ''Per non dormire'' (Om niet te slapen). Het verhaal gaat dat de familie tijdens een banket met concurrenten opium in de wijn heeft gedaan, zodat zij alle winsten zelf konden opstrijken. De opium werkte als een slaapmiddel. Toen de zaken voor een grote partij zijde uit Pisa de volgende ochtend afgehandeld zouden worden, was Giovanni Salimbeni als eerste wakker. Hij reisde vervolgens naar Pisa en daar deed hij een van de meest lonende zaken uit zijn loopbaan.
(Foto: Henk Woudsma)

Het mirakel van Sint-Petrus Martyr


Op de laatgotische Loggia del Bigallo is een prachtige fresco aan de buitenkant te zien uit de 13e eeuw van het mirakel van Sint-Petrus Martyr. De open loggia diende om onderdak te geven voor wezen en ongewenste kinderen die werden afgestaan aan de zorg van de broederschap, de "Onderneming van Barmhartigheid". Martyr was de patroonheilige van de broederschap. Op 16-jarige leeftijd trad hij in bij de Dominicanen, een nieuwe orde die toen pas vijf jaar bestond en die door prediking een actief aandeel had in de bestrijding van de ketterij. Hun eigenlijke naam luidde dan ook de Orde der Predinkheren. Als predikheer deed hij de naam van zijn orde alle eer aan, want hij was een populair predikant, die zijn woorden soms zelfs met wonderen kracht wist bij te zetten. Dat gebeurde ook op de Piazza del Mercato Vecchio toen tijdens een van zijn prediken een groot zwart paard opdook. Het was de duivel in gedaante van een paard die probeerde de menigte uiteen te drijven. De verschrikte menigte stoof uiteen. Martyr echter hief de hand en maakte een kruisteken in de richting van het wilde dier, dat meteen halt hield.

Loggia del Bigallo met rechts in het midden de fresco
foto Henk Woudsma

Een giraf als nieuwe visuele ervaring



Op een van de fresco's die Domenico Ghirlandaio in de Tornabuoni kapel van de Santa Maria Novella schilderde, staat een giraf afgebeeld (zie bovenstaande foto's). Deze giraf heeft hij in de tuin van Lorenzo Il Magnifico zien staan.

Lorenzo heeft in 1486 een giraf uit Afrika in Florence binnengebracht. Het was de eerste giraf in Europa. Het was een sensatie. Mede beïnvloed door het Renaissance-denken keken de mensen met nieuwe ogen naar de exotische dieren. In het algemeen was er een grote vraag naar nieuwe visuele ervaringen. De mensen vonden het fantastisch om naar het onverwachte te kijken. Vooral naar monsters, wonderen en andere ongewone dingen. Dit soort vermaak stamt eigenlijk uit de Romeinse tijd. Een favoriet tijdverdrijf was toen bijvoorbeeld om beren tegen luipaarden te laten opnemen of tijgers tegen parkieten met afgeknipte vleugels. Toen Paus Pius II in 1459 Florence bezocht besloot de stad deze traditie te doen herleven. De straten naar Piazza della Signoria waren voor die gelegenheid afgesloten en er werden leeuwen losgelaten in een geïmproviseerde arena. Vervolgens werden daar wolven, wilde zwijnen, paarden, stieren en Corsicaanse honden losgelaten. Een giraf was ook aanwezig in de vorm van een immense etalagepop. Binnen het dier waren twintig jonge mannen verborgen. Hun taak was om te proberen de leeuwen uit te dagen voor een aanval. Ondanks hun inspanningen eindigde het spektakel in een mislukking en werden ze door de menigte uitgejouwd. De leeuwen hadden geen honger...

Een brug als triomfboog

 



In opdracht van Cosimo heeft Bartolomeo Ammannati tussen 1567 en 1569, als een soort triomfboog, de Ponte a Santa Trinita gebouwd over de Arno. De steenbok, het dierenriemteken van Cosimo, en de inscipties op het marmerfen rolwerk op de brug verwijzen naar hem en zijn overwinningen. Zeer waarschijnlijk gaf Michelangelo in Rome een schets van zijn idee over de brug aan Giorgio Vasari en hij gaf het weer door aan Ammanati. Duidelijk is de invloed van Michelangelo te zien aan de bogen van de brug die dezelfde welving hebben als de Medici-graven in de San Lorenzo.

Loggia del Pesce

Piazza della Repubblica met linksachter nog de Loggia del Pesce

Steen voor steen werd werd de Loggia del Pesce van Giorgio Vasari uit 1567 afgebroken op de Mercato Vecchio om plaats te maken voor de aanleg van de Piazza della Repubblica. Dat gebeurde in 1855. De loggia werd gebruikt als overdekt vismarkt. De stenen werd opgeslagen in het Museum San Marco en pas een eeuw later in 1955 weer opgebouwd op de Piazza dei Ciompi. De antieke Loggia del Pesce werd  gebouwd om de oude vismarkt van Ponte Vecchio te vervangen die de bouw van zijn Corridoio Vasariano in de weg stond. Op de loggia zijn ronde terracotta's te zien van zeedieren en groothertogenlijke wapenschilden. De loggia heeft een prachtige structuur van 18 dorsische kolomen. In Piazza dei Ciompi bevindt zich nu een vlooien- en antiekmarkt. De loggia wordt helaas hierdoor een beetje verdoezeld. Nieuwe plannen willen dat de markt verplaatst wordt en dan wordt daarmee de oude glorie van de loggia hersteld.

Loggia del Pesce (foto: Henk Woudsma)

Een memorabele samenwerking

 
(foto: Henk Woudsma)

Negen jaar lang hebben de architect en beeldhouwer Michelozzo en beeldhouwer Donatello met elkaar samengewerkt. Ook het grafmonument (1424-1428) van de tegenpaus Johannes XXIII, rechts van het altaar, in het Baptisterium is door hun gemaakt. Wellicht het eerste wand- of nisgrafmonument uit de 15e eeuw. Michelozzo was verantwoordelijk voor de architecturale kaders en het decoratief beeldhouwen. Ook het reliëf van Maria en het christuskind wordt aan hem toegeschreven. Het ontwerp is van Donatello en hij maakte het liggende bronzen pausfiguur. In Via dei Calzaiuoli op de hoek van de Vicolo degli Adimari is een gevelplaat te zien waarop te lezen staat dan beide kunstenaars daar samenwerkten aan dit grafmonument. Voor uitvoerige informatie klik op: wikipedia.

De heraldieke leeuw als wapenschild


Aan de Via dei Martelli is het Liceo Galileo Galilei gevestigd. In de grote bovenzaal van het bargello hangt tegen de linkermuur een wapenschild. Het is een gouden leeuw op een rood veld. Dit schild is gemaakt door Donatello. Het is een van de mooiste nog bestaande exemplaren van decoratieve heraldiek. Het schild wordt ondersteund door de stenen figuur gesneden in zeer diep reliëf. Daardoor was het duidelijk te zien vanaf de straat beneden aan de oostkant van het oude paleis Martelli aan de Via de Martelli 9 waar het schild vroeger heeft gehangen. Donatello heeft meesterlijk gebruik gemaakt van de ruimte. Het is bezet op elke hoek, maar nergens te druk. De ruimtes links zijn opzettelijk gekunsteld om het effect van de figuur te verbeteren. Het is de antithese van de Marzocco, de heraldieke leeuw van Florence. De beeldhouwer moet de leeuwen hebben gezien bij de Loggia dei Lanzi.

Torre della Pagliazza



Het Brunelleschi Hotel in Florence is voortgekomen uit de enige nog bestaande cylindrische Byzantijnse toren (Torre della Pagliazza) uit ca. 550 en een middeleeuwse kerk (San Michele in Palchetto) uit ca. 1000. Het is compleet gerenoveerd waarbij de originele karakteristieken bewaard zijn gebleven. Dat kerkje is nu de ingang van het hotel. De toren maakte deel uit van de versterkingen die door Byzantijnse troepen zijn gebouwd. Tijdens opgravingen zijn een groot aantal keramische stukken gevonden gedateerd uit de zestiende en de zeventiende eeuw en te zien in het museum Pagliazza. Tijdens de opgravingen werd ook ontdekt dat de fundamenten van het gebouw in feite berust op een Romeins gebouw, vermoedelijk een gedeelte van een Romeinse thermencomplex.

Deugdelijk hergebruik op de Loggia dei Lanzi?


 
(foto's: Henk Woudsma)

Naast de zeven hoofdzonden die een rol spelen in de katholieke traditie is er ook een lijst opgesteld van hun tegenhangers: de zeven deugden, bestaande uit de vier kardinale deugden en de later toegevoegde drie goddelijke of theologale deugden. Alle zeven deugden zijn als reliëf op de Loggia dei Lanzi afgebeeld. Ze zijn ontworpen door Agnolo Gaddi en gebeeldhouwd in 1386-87 door Giovanni d'Ambrogio. Aan de zijkant van de Loggia is in het midden een relief gemaakt van de theologale deugd ''Geloof''. Nu beweert sommigen dat het hoofd van de deugd de kop zou zijn van het beeld van de ''Dovizia'' (Rijkdom) of Abbondanza van Donatello. Deze stond op een oude Romeinse zuil (Zuil van de overvloed of Colonna dell' Abbondanza) op de Piazza della Repubblica (voorheen Mercato Vecchio). In 1721 viel dit beeld namelijk in stukken.

Marmer als kleurensymboliek

(foto: Marjolijn van Wijk)


De kathedraal Santa Maria del Fiori en de campanile in Florence is bekleed met wit marmer uit Carrara. Het groene marmer komt uit Prato en het roze marmer uit Maremma. De kleuren zijn symbolisch voor respectievelijk ''geloof, hoop en liefde'', tevens de drie aktes waarmee, naast die van berouw, een rooms-katholiek zijn geloof uitdrukt.

De steen der schaamte op de Mercato Nuovo

Een zogenaamde ''Pietra dello scandalo'' (steen der schaamte) is een ronde plek gemarkeerd in tweekleurige marmer in het midden van de loggia van de Mercato Nuovo. Deze is alleen zichtbaar wanneer er geen verkoop kramen zijn. Het ontwerp is een wiel van een middeleeuws Carroccio (een strijdwagen van het stadsbestuur) met het symbool (de rode lelie op wit veld) van de Florentijnse republiek. De Carroccio werd op deze plek voor elke veldtocht geplaatst met er omheen de Florentijnse troepen. Wanneer de wagen was vertrokken, werd de loggia weer ingenomen door de marktkoopmannen. Op deze steen werden ook vernederende straffen uitgesproken. Vandaar de naam ''pietro dello scandalo''.
 

Een zelfportret van Cellini



(foto: Henk Woudsma)

Het 5,20 meter hoge (incl. sokkel) bronzen werk ''Perseus met het hoofd van de Medusa'' uit 1553-1554 van Benvenuto Cellini in de Loggia dei Lanzi is een kopie. Het origineel is in het Museo del Bargello. Perseus is in een schitterende weergave van het gespierde lichaam als overwinnaar neergezet. Hij toont ons het afgehouwen hoofd van de Medusa, wiens aanblik elke mens in steen veranderde. Aan zijn voeten ligt het dode lichaam van het monster. Aan de hulp die de held van de Minerva en Mercurius kreeg, herinneren de figuren en reliëfs op de sokkel. Deze is overdekt met aan de Oudheid ontleende motieven, maar zij zijn meer een versiering dan een terugkeer naar het klassieke. Op de achterkant van Perseus' helm staat een pijnlijk vertrokken gelaat. Het is een zelfportret van Cellini. Hiermee geeft Cellini aan hoezeer hij bij het maken van het beeld heeft afgezien. Toch is het Cellini gelukt een beeld van meer dan drie meter hoog in één keer te gieten. Alleen de tenen van de rechtervoet ontbraken en is later door Cellini toegevoegd.

De kerk met het achterwerk in de Arno

Aan de overzijde van de Arno ligt vanaf de Ponte Vecchio rechts de Borgo San Jacopo. Hier is een kerkje te zien uit de 11e eeuw en dat nu voornamelijk wordt gebruikt voor culturele manifistaties. Het kerkje heet Sint-Jacob boven de Arno (San Jacopo sopr' Arno). Vanaf de andere zijde van de Arno is goed te zien waarom deze benaming is gekozen.

`
(foto: Henk Woudsma)

Een voormalige kerk als poort


De kerk San Pier Maggiore was in een zeer slechte staat en werd gesloopt in 1783. Het is ook heel goed mogelijk dat de hertog Leopold II het wilde afbreken omdat hij niet te veel religieuze instellingen in de stad Florence wilde hebben. Wat we nu kunnen zien op de Piazza San Pier Maggiore zijn de drie bogen van de oude loggia van de kerk. Twee van hen zijn nu onderdeel van particuliere woningen. Het lijk nu net een poort met drie bogen. Het gebouw, rijk aan waardevolle kunstwerken, is door Nigetti gerenoveerd in 1638 en het resultaat is te zien op een gravure van Giuseppe Zocchi (1754). Uit die tijd dateert ook dus ook de bouw van de loggia. Na de sloop van de kerk zijn diverse kunstwerken, van onder andere Jacopo di Cione en Orcagna, Cosimo Gamberucci, Benozzo Gozzoli en Maso da San Friano, opgenomen in collecties van musea over de hele wereld. Een loggia voor een kerkgevel van een gewone kerk was overigens heel ongebruikelijk. Alleen de Santa Margherita dei Ricci in de Via del Corso heeft er een.

(foto: Henk Woudsma)

Het zichtbare verleden op 1,80 tot ongeveer 4,50 meter hoogte

Op de gevel van San Niccolò in Oltrarno - een van de oudste kerken (ca. 1050) van Florenze - is links op de gevel een merkteken te zien die aangeeft hoe hoog het water na de overstroming van 1557 en 1966 stond. 1966 was de jongste aflevering in een geschiedenis van overstromingen van de Arno in Florence. De schade werd toen nog groter door verwarmingsolie, onlangs geleverd voor de winter en uit de kelders gespoeld door het water. De kracht van de stroom was zo groot dat vijf bronzen panelen van het Baptisterium werden gerukt en anderhalf kilometer verderop werden neergesmeten. Veel mensen werden gedood en ontelbare kunstwerken onherstelbaar beschadigd. Het 4.48 meter hoge ''Crucifix'' uit de 13e eeuw van Cimabue bijvoorbeeld in het Santa Croce museum is door de overstroming van 1966 voor 70% onherstelbaar beschadigd. Het water stond Christus letterlijk tot aan de lippen. Op de hoek van de Piazza Santa Croce en de Via dei Benci is een gedenkplaatje aangebracht. Het water stond daar in 1966 4,30 meter hoog. Op de achterzijde van de Mannelli-toren bij de Ponte Vecchio is ook een gedenkplaat aangebracht die aangeeft dat het water er bij de overstroming 1,80 meter hoog stond. Ook op de kerk- en kloostermuren van de Ognissanti zijn plaquettes aangebracht.

San Niccolò Oltrarno  (foto wikipedia)


Merkteken San Niccolò Oltrarno (foto: Henk Woudsma)
 
Via San Remigio, 3 platen van twee overstromingen (1333 en bovenaan 1966),
duidelijk is op de ene plaat uit de 14e eeuw een kruis te zien, op de andere
een inscriptie met in de golfjes van de Arno een hand die het waterpeil van
vrijdag 5 november 1333 aanwijst

Piazza Santa Croce plaat overstroming 1557 en 1966
(op hoekhuis met de Via Giuseppe)

De kapel van Onofrio Strozzi

Omstreeks 1400 nam met de aristocratisering ook de invloed van families op de iconografie toe, eerst door toedoen van de Strozzi's, daarna door de Medici's. Onofrio Strozzi stichtte een opmerkelijk grote kapel in de Santa Trinità waar hij begraven wilde worden. De familie Strozzi wist het beeld in deze kapel te bepalen. Het was een prettige coïncidentie dat de heilige aan wie de kapel gewijd was, Nicolaas, zowel voor de orde (de vallombrozen) als voor de stichter van betekenis was. Onofrio bestelde een Kruisafname bij Fra Angelico. Zijn zoon zette na Onofrio's dood de opdrachtverlening voort. Op de sokkel, door Lorenzo Monaco geschilderd, verscheen het leven van Nicolaas. De reddingsactie van Nicolaas op volle zee was een eerbetoon aan Onofrio, die voor de Florentijnen succesvolle zeeslagen had geleid. Het graf van de overledene werd op een prominente plaats aangebracht, onder een boog in een wand die de Strozzikapel scheidde van de rest van de sacristie. Met het monumentale graf was de inrichting niet voltooid. In 1423 bestelde Palla Strozzi bij Gentile da Fabriano een uitzonderlijk kostbaar altaarstuk (nu in het Uffizi museum). Op het hoofdpaneel werden Onofrio en Palla Strozzi geportretteerd temidden van het gevolg van de Drie Koningen. Zo werden de sociale pretenties van de familie zichtbaar gemaakt door wapens, inscripties, graven, portretten, de hoofse voorstelling en de dure uitvoering van de kapel (bron: Kunst, macht en mecenaat, Bram Kempers 2008).

Op bijvoorbeeld de marmeren treden naar de altaar zijn familie-emblemen ingelgd van kronen en palmtakken. Deze symbolen werden aan de familie geschonken door de koningin van Napels.

(detail trap met kroon en palmtakken, foto wikipedia)

De schildpadjes van Giambologna

Op de Piazza Santa Maria Novella staan twee obelisken die elk gedragen worden door vier bronzen schilpadden - alle van Giambologna. Helemaal erbovenop staat een Florentijnse lelie. Ze zijn hier in 1608 geplaatst als ''keerpalen'' bij de zgn. ''Palio dei Cocchi'', een koetsenrace die hier gehouden werd. Klik voor meer informatie op: De schilpadjes van Piazza Santa Maria Novella.

Dames van lichte zeden rond de Santa Croce

De hele buurt tussen de Santa Croce en de Santa Ambrogio had (en heeft nog steeds) een dubieuze reputatie. De Via de' Macci werd de Malborghetto (Straat der ontucht) genoemd. In de Via delle Casine, Borgo la Croce, Via S. Giuseppe en de Via del Fico zijn nog de oude stenen inscripties te vinden die door de magistraten waren aangebracht om de prostituées te weren. Magistraten zijn een soort stadswachters, ordehandhavers en gerechtsdienaars, een functie die in het leven geroepen was in 1375. In de onmiddellijke buurt van kerken, kloosters en addelijke paleizen verboden ze alles wat overlast met zich mee kon brengen.

(foto wikipedia)

Calcio Storico Fiorentino

Calcio Storico Fiorentino Piazaa Santa Croce (prent 1688)

Tijdens de Calcio Storico wordt elk jaar in juni-juli een traditioneel soort voetbaltoernooi gehouden tussen vier wijken op de Piazza Santa Croce. Alles in historische aankleding. De prijs: een levende koe. Dit wordt al sinds de 16e eeuw georganiseerd. Het betreft geen gewoon voetbal, maar een lokale variant, de ''calcio storico'', een mengeling van voetbal, rugby en worstelen. Links van de toegangsdeur van Palazzo dell'Antella met nummer 20 is een marmeren schijf aangebracht voor de 10 februari 1565, die de middellijn aangaf van het speelveld. Op die datum is de eerste wedstrijd gespeeld.

(foto: Henk Woudsma)

Maniëristisch fresco's van Vasari aan de Borgo Santa Croce




Het huis (Casa Morrocchi) op steenworp afstand van Santa Croce aan de Borgo Santa Croce op nr. 8 heeft eens toebehoort aan Giorgio Vasari. Met de medewerking van zijn atelier heeft Vasari rond 1572 de muren van de Sala Grande op de eerste verdieping met fresco's voorzien van legenden, allegorische voorstellingen, en een reeks portretten van belangrijke schilders, beeldhouwers en architecten uit de Renaissance. Dit programma is waarschijnlijk een idee geweest van zijn vriend, de humanist Vincenzo Borghini.  In de 19e eeuw is het aangekocht door de familie Morrocchi, in wiens bezit het nu nog steeds is. (bron: Kunsthistorische Institut in Florenz). Van de vele reconstructies die het Palazzo heeft ondergaan is alleen de Sala Grande gelukkig onaangetast gebleven. En natuurlijk mag het (zelfportret?) van Vasari niet ontbreken. Op de schoorsteenmantel!


Piazza dei Peruzzi

Via Bentaccordi (foto: Henk Woudsma)

Via Torta

De Piazza dei Peruzzi ligt gedeeltelijk op de plek waar eens het oude Romeinse amfitheater uit de 1e eeuw voor Christus stond. De middeleeuwse huizen volgen de kromming van de oorspronkelijke vorm. Let vooral op de bocht aan de noordkant van de piazza links, richting Via Bentaccordi en Via Torta. Het wapenschild van de familie Peruzzi (de kleine peren) zijn op veel van de huizen hier te zien.