Galleria Buonarotti, Allori, Michelangelo met de Poesia (links)
en Da Empoli, Michelangelo presenteert zijn model van San Lorenzo aan Leo X (rechts)
(foto wikipedia)
Vanaf 1590 kwam hierbij nog als belangrijke impuls de kunst van Tito's leerling Ludovico Cigoli. Het streven naar een naturalistische weergave wordt daarbij gecombineerd met een exacte stofuitdrukking en een voorliefde voor rijk geornamenteerde en met goud doorwerkte materialen, een Florentijnse traditie, reeds aanwezig bij Bronzino en omstreeks 1590 door zijn leerling Allesandro Allori weer opgenomen.
Daarnaast komt omstreeks 1600 tevens een stroming aan bod die zich houdt aan de Florentijnse traditie van de getekende vormen en zich heroriënteert op het vroege Cinquecento met een classicistisch afgewogen compositie in een architecturaal kader en dit vervolgens combineert met egale transparante kleurvlakken, minutieuze detaillering en een helder, gelijkmatig verdeeld licht, waarmee een bijna objectieve weergave wordt benaderd. Een van de belangrijkste exponenten is Jacopo da Empoli.
Het zijn voornamelijk deze stromingen die de Florentijnse schilderkunst in de eerste decennia van de 17e eeuw bepaalden.
Het blijkt, ook uit schilderingen van de Galleria, dat de Florentijnse schilders nauwelijks enige invloed hebben ondergaan van het Romeinse milieu van het caravaggisme en de Bolognese vernieuwingen. De kenmerken van de ontwikkeling ingezet bij Santo di Tito zijn blijven overheersen. Cigoli's invloed komt in de Galleria tot uiting in de werken van zijn leerlingen Christofano Allori, Giovanni Billiverti, Sigismondo Coccapani en bij Matteo Rosselli. Meer Venetiaans van karakter zijn schilders als Fabrizio Boschi, Fillipo Tarchiani en Valerio Marucelli. Het verisme zo kenmerkend voor Empoli komt naar voren bij Domenico Passignano, Anastagio Fontebuoni en Cosimo Gamberucci. Daarnaast blijft bij velen maniëristische details.
Bron: Vliegenthart: A.W., De Galleria Buonarroti: Michelangelo en Michelangelo il Giovane, Rotterdam 1969.
Klik voor meer foto's op: wikipedia.